Uw Tolk
Uw vertaler

   

Turks - Verleden tijd

De verleden tijd wordt in het Turks gevormd door de achtervoegsels -di,-dı,-dü of -du aan de werkwoordstam te zetten.
De grote vocaalharmonie bepaalt welke van deze 4 achtervoegsels gebruikt wordt. 

Voorbeelden:

Nederlands Turks Nederlands Turks
vinden bulmak zoeken aramak
1. ik vond
ik heb gevonden
buldum 1. ik zocht
ik heb gezocht
aram
2. jij vond
jij hebt gevonden
buldun 2. jij zocht
jij hebt gezocht
aran
3. zij/hij/het vond
zij heeft gevonden
buldu 3. zij/hij/het zocht
zij heeft gezocht
ara
wij vonden
wij hebben gevonden
bulduk wij zochten
wij hebben gezocht
arak
jullie vonden
jullie hebben gevonden
buldunuz jullie zochten
jullie hebben gezocht
aranız
zij vonden
zij hebben gevonden
buldular zij zochten
zij hebben gezocht
aralar

De vetgedrukte letters aan het eind van het werkwoord, geven de toevoeging voor de persoonsvorm aan.
De blauwe letters (du,di) geven de tijdsvorm aan (verleden tijd).
De 3. persoonsvorm (zij,hij) heeft in het algemeen geen achtervoegsel.

Eindigt de werkwoordstam op een stemloze klinker: f,p,ş,ç,k,h,s,t dan wordt de d van het achtervoegsel tot een t.
Ezelsbrug: eFe Paşa ÇoK HaSTa. (KoFSCHiP)

Voorbeelden:

Nederlands Turks Nederlands Turks
werken çalışmak vergeten unutmak
1. ik werkte
ik heb gewerkt
çalışm 1. ik vergat
ik heb vergeten
unuttum

2. jij werkte
jij hebt gewerkt

çalışn

2. jij vergat
jij hebt vergeten

unuttun

3. zij/hij/het werkte
zij heeft gewerkt

çalış

3. zij/hij/het vergat
zij heeft vergeten

unuttu

wij werkten
wij hebben gewerkt

çalışk

wij vergaten
wij hebben vergeten

unuttuk

jullie werkten
jullie hebben gewerkt

çalışnız

jullie vergaten
jullie hebben vergeten

unuttunuz

zij werkten
zij hebben gewerkt

çalışlar

zij vergaten
zij hebben vergeten

unuttular

Automatisch vervoegen van Turkse werkwoorden